top of page

De leeslestabel

"Hoe ga je aan de slag met de leeslestabel?"

Aan de hand van de leeslestabel doorloopt u de verschillende stappen om het leesbegrip bij uw leerlingen te bevorderen. Na alle stappen bekomt u uw lesvoorbereiding.

De tekst:
De tekst centraal stellen lijkt een evidente parameter, maar is het zeker niet. Maar al te vaak worden leesstrategieën geïsoleerd aangeboden in lessen begrijpend lezen en verdwijnt de inhoud van de tekst op de achtergrond. Signaalwoorden vinden in een tekst, aangeven waarover de tekst zou kunnen gaan, zijn voorbeelden van dergelijke strategieën die ‘slechts’ middel zijn om tot leesbegrip te komen. De inhoud van de tekst moet centraal staan. Daarom is het belangrijk dat er goede, taalrijke teksten worden gekozen. Bovendien dient de tekst zijn authenticiteit te bewaren en wordt hij best niet aangepast aan een onderwijscontext. Teksten mogen in dit verband best wel complex en gevarieerd zijn.

Het leesdoel:
Het is belangrijk dat leerlingen weten wat het doel is om (iets) te lezen. Het moet duidelijk zijn wat ze zullen bereiken met het lezen van de tekst. Een verhaal kan je lezen om je te ontspannen. Een recept lees je om het nauwgezet te volgen bij het klaarmaken van een gerecht. Een krant kan je selectief lezen, globaal screenend en sommige delen analytisch om helemaal mee te zijn met een actueel probleem. Sommige teksten wil je onthouden voor langere tijd. Het leesdoel bepaalt hoe de tekst zal worden gelezen. Maar steeds zal je de inhoud, de boodschap willen begrijpen. Vandaar dat het leesdoel ‘de tekst begrijpen’ altijd is aangevinkt in de leeslestabel. Daarnaast kan je nog één of meerdere doelen kiezen waaraan je wilt werken.

De leesstrategieën:

Om door een tekst te kunnen gaan, is het inzetten van gepaste leesstrategie(ën) noodzakelijk. We stellen onszelf vragen over de inhoud, we visualiseren, markeren, voorspellen en koppelen terug. Dit zijn voorbeelden van wat een ervaren lezer spontaan doet om de tekst te begrijpen. Aan beginnende lezers moeten deze strategieën worden aangeleerd. En hierin zit de paradox: leesstrategieën moeten we expliciet onderwijzen maar ze mogen de focus op de tekst niet verdringen. Het selecteren van een goede tekst kan hierbij mogelijkheden bieden. Sommige teksten snakken naar een bepaalde leesstrategie. Je kan ze dan eerst modelen om ze vervolgens begeleid te laten inoefenen.

 

Om tot een dieper tekstbegrip te komen komt de strategie ‘vragen stellen’ steeds aan bod. Daarom vinken we deze strategie steeds aan in de leeslestabel. Tekstgerichte vragen stellen integreren we in elke didactische aanpak. We categoriseren de vragen volgens de taxonomie van Bloom om alle denkordes aan te spreken.

Daarnaast nemen we ook ‘metacognitieve leesstrategieën’ bij elke tekst meteen op. Tekstoriëntatie en het voortdurend terugkoppelen of je begrijpt wat je leest zijn hiervan voorbeelden.


De didactische aanpakken:

De didactische aanpakken maken het mogelijk om leesbegrip te bevorderen, niet enkel in leeslessen, maar in verschillende leergebieden. Zo wordt lezen functioneel. In iedere didactische aanpak is het GRRIM geïntegreerd. GRRIM staat voor Gradually Release of Responsibility Instruction Model (Vervoort, 2015). Dat is een overkoepelend instructiemodel dat ondersteuning biedt in het begeleiden van leerlingen. Modeling, herhaald begeleid inoefenen, coöperatief werken en geleide zelfstandigheid staan hierbij centraal.

 

Kies één of meerdere aanpakken en combineer ze met de tekstsoort, het leesdoel en de gekozen leesstrategie.

Zo dadelijk kunt u aan de slag gaan met de leeslestabel om tot een lesvoorbereiding te komen.​​ Bij bronnen bevinden zich ook enkele lesvoorbereidingen van lessen die we gegeven hebben tijdens stage. 
bottom of page