3. De leesstrategie
Welke leesstrategie(ën) wilt u inzetten om de tekst te begrijpen?
Vragen stellen
Deze strategie komt altijd aan bod als je een tekst goed wilt begrijpen. Terwijl je leest stel je voortdurend vragen in je hoofd. Het is dus een belangrijke strategie die een gevorderde lezer gebruikt en waarvan we weten dat minder goede lezers ze niet hebben. Je wilt de leerlingen aanzetten om de tekst te lezen zodanig dat ze de vragen kunnen beantwoorden. Deze strategie gaat echter niet alleen uit van vragen die de leerkracht stelt, het is ook belangrijk dat de leerkracht de leerlingen stimuleert om zelf vragen te stellen over de tekst aan de hand van de taxonomie van Bloom. (Taxonomie van Bloom in de praktijk, sd)
Tekstinhoud visualiseren
Wat je leest ga je visualiseren aan de hand van een schema, tekening, tabel... of mentaal voorstellen door als het ware een mentale film van de tekst te maken die zich in je hoofd afspeelt.
Verbinding maken
Deze strategie gaat over het activeren van de aanwezige voorkennis en het maken van verbindingen tussen tekstinhoud en voorkennis. Door die verbindingen te maken, krijgt de tekst gemakkelijker betekenis doordat essentiële informatie uit de voorkennis geactiveerd wordt. Op lange termijn zal de tekst ook beter onthouden worden als de tekstinhoud verbonden wordt met de reeds aanwezige kennis.
Samenvatten
Deze strategie dient om de tekst te verwerken na het lezen ervan. De belangrijkste informatie wordt kort (schematisch) weergegeven. Hierbij worden details of bijzaken achterwege gelaten en enkel de kern of hoofdzaak geselecteerd.
Tekststructuur herkennen
Bij het aandacht schenken aan deze strategie ga je als lezer op zoek naar de manier waarop een tekst is opgebouwd. Je kijkt onder andere naar signaalwoorden om zo te weten te komen waarom een auteur de tekst zo heeft weergegeven, maar ook om inhoudelijke informatie te krijgen en de verschillende tekstdelen met elkaar in verband te brengen.